Er komen nogal wat vaktermen in deze website aan de orde.
Arbeidskunde
is in de Nomenclatuur Arbeidsstudie” (NEN 3147) omschreven als het onderzoek van de arbeid door middel van waarneming en analyse, alsmede door het opsporen van invloedfactoren en hun relatie tot het arbeidsproces, met het doel te geraken tot een doelmatiger uitvoering van de arbeid en tot een beter bedrijfsbeheer.
Toelichting
Arbeidskunde is het verlenen van bijstand aan de bedrijfsleiding in het permanent streven de productiviteit in positieve zin te beïnvloeden. Arbeidsproductiviteit kent verschillende aspecten:
- De hoeveelheid werk per product, dienst of opdracht
- De moeilijkheidsgraad van het werk op elke werkplek respectievelijk van elke functie
- Tijdsbesteding van de werknemer
- Werktempo
- Arbeidsmotivatie
- Organisatie, productievoorbereiding, productieleiding, in stand houden goederenstroom, enzovoorts
Arbeidsonderzoek
Het onderzoeken van iemands mogelijkheden om volwaardig aan het werk te zijn, waarbij de handicap niet langer een handicap is.
Arbeidskundige / arbeidsonderzoeker
onderzoekt handvaardigheid en de mate van bedrevenheid met behulp van arbeidskundige technieken en/of onderzoeksinstrumenten die op arbeidskundige technieken gebaseerd zijn.
Arbeidsdiagnostiek
De arbeidsdiagnostisch analist en arbeidsdiagnosticus onderzoeken handelingsvaardigheid met behulp van alle factoren die vanuit de visie van HRM en disability management een rol spelen bij arbeids(re)integratie, waaronder arbeidskundige technieken en onderzoeksinstrumenten die op arbeidskundige technieken gebaseerd zijn.
Profiel Arbeidskundige
De arbeidskundige is iemand die:
- Zijn ogen goed gebruikt in het bedrijf en initiatief toont als hij verbetermogelijkheden ontdekt
- Problemen, die anderen over het hoofd hebben gezien, aanwijst (zowel in bestaande als in toekomstige situaties) ze nader onderzoekt en oplossingen voorstelt
- Systematisch en objectief de processen doorlicht
- Alternatieve mogelijkheden aan de leiding kan aanbieden
- Niet tevreden is met voorlopige oplossingen, maar de problemen graag tot op de bodem toe uitzoekt
- Zijn kennis en inzichten niet krampachtig voor zichzelf houdt, maar bereid is deze aan anderen uit te leggen en te leren
- Bereid is alle andere bedrijfsgenoten (vooral diegenen, die het werk moeten uitvoeren) in zijn onderzoek te betrekken en de veranderingen, waartoe men besluit, te begeleiden.
De arbeidskundige moet “de mens” kennen:
Als bewegend mechanisme (en eventueel zelfs als energiebron):
- Wat kunnen we gemiddeld aan lichamelijke arbeid van een mens verwachten? (arbeidsanalyse, ergonomie)
- Hoe kunnen we de vormgeving van de arbeid zo goed mogelijk doen aansluiten bij de lichamelijke mogelijkheden? (studie van werkmethoden, ergonomie).
Als waarnemend instrument:
- Wat kan de mens met zijn zintuigen waarnemen en wat niet?
- Hoe kunnen we bevorderen dat de mens werkelijk waarneemt wat nodig is voor een goede uitvoering van het werk en dat hij daarbij niet wordt gehinderd door “overbodige” signalen? (werkmethode, ergonomie)
- Welke verstandelijke eigenschappen en welke kennis zijn nodig om de waarnemingen op de juiste wijze te verwerken en tot de juiste beslissingen te komen? (functieanalyse)
- Welke vrijheden moeten we in het werk inbouwen om het gebruik van deze eigenschappen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen? (functieanalyse, organisatie)
Als medemens (sociaal wezen):
- Door welke factoren wordt het gedrag van de mens ten opzichte van anderen bepaald? (gedragswetenschappen)
- Welke factoren zijn bevorderlijk voor het zich welbevinden van de mens? (behoeftepatroon, motivatie)
- Welke communicatie- en contactpatronen kunnen we in het werk inbouwen om de mogelijkheden van samenwerking en medeverantwoordelijkheid tot hun recht te laten komen? (participatievormen, organisatie, functieanalyse).
De activiteiten van de arbeidskundige hebben betrekking op mensen in hun werk. Kennis van “de mens” – eigenschappen, mogelijkheden en beperkingen — is dan ook noodzakelijk.
Hoofdelementen van de functie:
- Het leveren van normatieve gegevens met betrekking tot de uitvoering van de productie ten behoeve van kostprijsberekening, planning en werkverdeling.
- Het ontwikkelen en inrichten van instrumenten / systemen voor de beheersing van de productie (signaleren productieresultaten en prestaties)
- Het verlenen van steun aan de leiding bij het scheppen van verbetermogelijkheden
- Het uitvoeren van proces- en methodestudies, organisatie van het werk, werkvoorbereiding, instructie, en dergelijke.
De arbeidskundig onderzoeker
onderzoekt handvaardigheid en de mate van bedrevenheid met behulp van arbeidskundige technieken en/of onderzoeksinstrumenten die op arbeidskundige technieken gebaseerd zijn.
Handvaardig: behendig met de handen kunnende werken (Kramers Nederlands Woordenboek)
Handvaardigheid: Bedrevenheid, geoefendheid
Arbeidskundige technieken: In 1956 werd op voorstel van de VOA (Vereniging Ontwikkeling Arbeidstechniek) door het NIVE (Nederlands Instituut voor Efficiency) een bijzondere commissie ingesteld ter vaststelling van de nomenclatuur van de arbeidstechniek. Men constateert dat er nog grotere verschillen in woordgebruik en interpretatie bestaan dan reeds werd verondersteld.
Arbeidsstudie wordt in de toen ontwikkelde “Nomenclatuur Arbeidsstudie” (NEN 3147) omschreven als:
“Het onderzoek van de arbeid door middel van waarneming en analyse, alsmede door het opsporen van invloedfactoren en hun relatie tot het arbeidsproces, met het doel te geraken tot een doelmatiger uitvoering aan de arbeid en tot een beter bedrijfsbeheer.”
Het volledige gebied van de arbeidsstudie omvat volgens de commissie:
- werkmethodestudie;
- tijdsstudie;
- bewegingsstudie;
- bewerkingsstudie;
- processtudie;
- resultaten van de ergonomie.
In het hedendaagse spraakgebruik wordt meestal de term arbeidskunde gehanteerd i.p.v. arbeidsstudie, waarbij (onder andere) de bovengenoemde gebieden als arbeidskundige technieken worden omschreven.